Digitale Zaken
Een steeds verder digitaliserende samenleving brengt op universeel niveau nieuwe uitdagingen en vraagstukken met zich mee. De Jonge Democraten zien grote voordelen in digitalisering, maar stellen nadrukkelijk dat digitalisering altijd een middel moet zijn, en nooit een doel op zich. Zij vinden het belangrijk dat digitale ontwikkelingen de wereld versimpelen en verkleinen, en niet onmogelijk bemoeilijken.
Doordat nieuwe technologieën razendsnel opkomen en vaak een internationaal karakter hebben, is het lastig om samenleving en wetgeving klaar te stomen voor de toekomst. De Jonge Democraten vinden dat discussies over digitale onderwerpen niet langer kunnen worden doorgeschoven naar volgende generaties. Zij stellen dat het noodzakelijk is om zo snel mogelijk het kennisniveau van digitale zaken drastisch te verbeteren in zowel de politiek als de samenleving, zodat de digitale problemen van nu en van de toekomst ondervangen kunnen worden.
5.1. Digitalisering en samenleving
In een steeds verder digitaliserende wereld is het ontbreken van kennis over digitale middelen door individuen, zogenaamde ‘digitale ongeletterdheid’, een toenemend probleem. Door het hoge tempo waarin digitale vooruitgang plaatsvindt, blijven delen van de samenleving achter in kennisniveau. Hierdoor wordt het voor hen lastiger om te participeren in de samenleving. Zij ervaren hierdoor problemen in basale, dagelijkse bezigheden. De kloof met hen die makkelijker hun weg op de digitale snelweg kunnen vinden, wordt hierdoor steeds groter. De Jonge Democraten zien grote nadelen in situaties die hierdoor kunnen ontstaan.
5.1.1. Participatie, kennis en vaardigheden
Een situatie waarin een deel van de samenleving niet kan participeren is niet wenselijk. De Jonge Democraten denken dat de oplossing voor dit probleem met name te vinden is in meer aandacht voor computergebruik in het onderwijs. Er is veel te winnen in het basis- en middelbaar onderwijs. Een groot deel van de samenleving geniet echter geen basis- of middelbaar onderwijs meer. Dit deel heeft echter wel op dagelijkse basis te maken met digitale middelen. Voor hen moet toegankelijke bijscholing beschikbaar zijn. Voor deze bijscholing moet overheidssubsidie beschikbaar zijn, die een deel van de kosten dekt.
Door de overheid toegepaste digitalisering mag geen onnodig hoge drempels opwerpen voor individuen om basale zaken te regelen. Vooruitgang is er immers voor de mens, en niet andersom. Daarom vinden de Jonge Democraten dat alle vormen van de digitale overheid zo simpel en toegankelijk mogelijk moeten zijn, en dat analoge versies beschikbaar moeten blijven zolang daar duidelijk onder een grote groep in de maatschappij behoefte aan is.
In onze leefomgeving worden steeds meer huishoudelijke apparaten verbonden met het internet. Dit brengt veiligheids- en privacyrisicos met zich mee. De leveranciers van deze apparaten dienen verplicht gesteld te worden deze risico’s zo goed mogelijk tegen te gaan, onder andere door gedurende de economische levensduur verantwoordelijk te zijn voor de digitale beveiliging.
5.2. Online eigendom en privacy
5.2.1. Privacy
De Jonge Democraten hebben privacy hoog in het vaandel staan. Wie over kennis beschikt, heeft immers een vorm van controle in handen. Een te grote schending van privacy kan ervoor zorgen dat mensen niet meer van de gebaande paden af durven te wijken, of een gevoel van controle ervaren dat hen beperkt in hun vrijheid. In discussies over privacy wordt privacy vaak lijnrecht tegenover veiligheid gesteld. De Jonge Democraten stellen dat zonder privacy de vrijheid, en dus de veiligheid, van zowel individu als samenleving in gevaar komt. Volgens hen mogen daarom alleen de hoogstnodige gegevens worden verzameld. De bescherming van privacy mag volgens de Jonge Democraten nooit vergeten worden bij het opstellen van wet- en regelgeving.
5.2.2. Van wie is data?
Online diensten, zoals social media, zijn niet meer weg te denken uit de samenleving. De Jonge Democraten hechten dan ook veel waarde aan de nuts- en vermaakfuncties van deze diensten. Wel wordt er te weinig aandacht besteed aan de wijze waarop deze bedrijven winst maken: de impliciete afspraak dat je, in plaats van met geld, ‘betaalt’ met het beschikbaar stellen van je data. De Jonge Democraten vinden dat elk individu het recht heeft om met zijn data te betalen. Zij denken echter dat bedrijven mensen beter in staat moeten stellen om hier een bewuste keuze in te maken door meer expliciete voorwaarden. In het geval van persoonsgegevens moet de persoon over wie de persoonsgegevens gaan altijd zeggenschap houden over wat er met zijn of haar persoonsgegevens gebeurt.
5.2.3. Auteursrecht
Dankzij de digitale revolutie is het eenvoudiger geworden om snel en gemakkelijk toegang te krijgen tot films, muziek, boeken en software. Op dit moment kunnen rechthebbenden veel geld verdienen dankzij het exclusieve recht dat zij bezitten op de exploitatie van hun kunstuiting. Tegelijkertijd worden er echter veel bestanden gratis op internet verspreid door niet-rechthebbenden. De Jonge Democraten hechten zowel waarde aan de belangen van consumenten als aan die van auteurs. Zij keuren daarom een langdurig exclusief recht van auteurs, maar ook het zonder toestemming van de rechthebbenden uploaden en downloaden van auteursrechtelijk beschermde content door niet-rechthebbenden, af.
Het doel van auteursrecht is het stimuleren van creativiteit, innovatie en culturele ontwikkeling. Als rechten te snel verlopen, krijgen auteurs geen kans hun investering terug te verdienen en winst te maken. Indien rechten echter lang blijven bestaan, wordt het teren op innovatie uit het verleden beloond. Als auteursrecht te lang loopt, duurt het te lang voor mensen afgeleide werken kunnen maken. Dat kan ten koste gaan van nieuwe culturele ontwikkelingen. De Jonge Democraten pleiten voor het behoud van het auteursrecht tot 20 jaar na het overlijden van de maker. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen verschillende categorieën intellectueel eigendom.
Naast de lengte, is ook de bescherming van het auteursrecht van belang. De Jonge Democraten zien auteursrechtschending in beginsel als een conflict tussen twee partijen, en vinden daarom dat het auteursrecht een civielrechtelijke aangelegenheid moet zijn. Vanuit het proportionaliteitsbeginsel moet er een afweging worden gemaakt tussen handhaving en privacy. De Jonge Democraten zijn van mening dat het online volgen van burgers niet proportioneel is, en dus moet handhaving van auteursrecht niet vanuit het strafrecht plaatsvinden, maar vanuit het civielrecht. Wanneer een schending van het auteursrecht op rechtmatige wijze is vastgesteld, kan een rechter toestemming geven voor de opsporing van de schender. Ook zijn de Jonge Democraten voorstander van het verstrekken van subsidies aan belangenorganisaties die auteursrechten van kleine auteurs behartigen.
5.2.4. Digitale opsporingsmethoden
Mensen die verdacht worden van een strafbaar feit worden relatief snel beperkt in hun privacy. Het is daarom belangrijk dat er op universeel niveau strenge regels opgesteld worden waarin wordt vastgelegd wanneer, en tot welke hoogte, de overheid in de persoonlijke levenssfeer van een verdachte mag binnendringen. Hierbij moeten de aard, de ernst en de hoeveelheid bewijs in acht worden genomen. Deze regels moeten openlijk gecommuniceerd worden met de samenleving.
Aan bedrijven mag naar mening van de Jonge Democraten niet worden verplicht om een backdoor, een bewust veroorzaakt lek in software, in te bouwen ter opsporing van potentiële criminelen. Deze backdoorsmaken software namelijk ook makkelijker toegankelijk voor criminelen. De Jonge Democraten vinden het principieel onjuist dat de overheid onveilige software gebruikt. Daarnaast zijn er voldoende alternatieve opsporingsmethoden beschikbaar.
5.3. Bedrijfsleven
5.3.1. Techmonopolies
In de digitale economie werken markten anders dan conventionele markten. Ze overstijgen landsgrenzen, kennen sterke netwerkeffecten, en hebben andere businessmodellen. Het mededingingsrecht is niet goed ingericht om marktmacht van grote techplatforms tegen te gaan. De Jonge Democraten vinden dit zorgelijk. Daarom zijn de Jonge Democraten voorstander van het actief tegengaan van techmonopolies, onder andere door het EU mededingingsrecht te verbeteren. In het uiterste geval moet het mogelijk zijn deze bedrijven op te knippen.
5.3.2. Privacy en bedrijven
Een belangrijke taak voor de overheid is het beschermen van de privacy van de burgers. Consumenten gedogen vaak inbreuk op hun privacy door een monopolist, hoewel zij deze in beginsel niet wenselijk achten. Tevens ligt het niet in hun macht om deze privacyschending aan te vechten. De politiek zal scherp de grenzen moeten blijven bewaken van wat is toegestaan op het gebied van privacy.
5.4. Overheid en wetgeving
Wetgeving maken over digitale onderwerpen is moeilijk. Deels komt dat door het internationale karakter van digitale onderwerpen, en deels door de vooruitgang in technologie, die heel erg snel gaat, terwijl wetgeving maken juist heel erg lang duurt.
Bij het maken van nationale wet- en regelgeving dient rekening te worden gehouden met de internationale dimensie van digitalisering om tot handhaafbare regels te komen. Wanneer iets digitaals in Nederland verboden is en in het buitenland niet, is dit verbod met een kleine omweg alsnog te omzeilen. Desalniettemin is het belangrijk dat Nederland ernaar streeft om voorop te lopen met het ontwikkelen van wetgeving in het digitale domein. Onze oplossingen kunnen dan als voorbeeld dienen voor internationale wetgeving. Nederland moet een actieve lobby starten voor sterke internationale verdragen over digitale onderwerpen. Alleen door zelf te blijven innoveren kan Nederland deze rol op zich nemen.
5.4.1. Verantwoordelijkheid
Het komt voor dat mensen door het gebruik van bepaalde software onbedoeld de wet overtreden. Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer je bij het downloaden van een bestand, waarvan je denkt dat het legaal is, per ongeluk software meedownloadt met illegale inhoud, of wanneer een zelfrijdende auto een ongeluk veroorzaakt. Het is lastig om één lijn te vinden in dergelijke verantwoordelijkheidsvraagstukken. De Jonge Democraten denken daarom dat het belangrijk is om in dit soort gevallen te zoeken naar parallellen met al bestaande wetgeving en jurisprudentie die betrekking heeft op de ‘echte’ wereld, en dat deze kwesties van geval tot geval bekeken moeten worden. Wanneer er geen parallellen gevonden kunnen worden, moet het voornaamste uitgangspunt in de zaak zijn of de verdachte genoeg mogelijkheden heeft gehad om de misdaad te voorkomen, en als dat het geval is, of de verdachte genoeg gedaan heeft om hiervoor te zorgen.
5.4.2. Overheid, transparantie en open data
Op het gebied van de Nederlandse overheid en digitalisering is nog een wereld te winnen. De overheid loopt op digitaal gebied achter op het bedrijfsleven, en is vaak verre van toegankelijk genoeg voor de maatschappij. De Jonge Democraten willen werken aan een overheid die een voorbeeld is voor het bedrijfsleven. Nederlandse (semi)overheidsinstellingen moeten zo transparant en toegankelijk mogelijk zijn en zoveel mogelijk in de vorm van open data publiceren. Door te investeren in het toegankelijk, inzichtelijk en doorzoekbaar maken van niet-persoonlijke overheidsgegevens zet de overheid een standaard voor transparantie waar ook grote bedrijven aan gehouden kunnen worden.
5.4.3. Valse positieven
Steeds vaker worden overheidsbeslissingen genomen op basis van geavanceerde rekenmodellen. Software is echter niet onfeilbaar: zowel computers als de mensen die met ze werken maken fouten. Zo kan een onschuldig iemand door een stukje code dat een verkeerde beslissing maakt plotseling schuldig lijken, terwijl de software geen entiteit is die je daarvoor verantwoordelijk kunt houden. Om die reden mag het nooit zo zijn dat een computer namens de overheid beslissingen maakt. Alle algoritmes die de overheid gebruikt om beslissingen te maken moeten daarom openbaar en controleerbaar zijn, zodat derden en betrokkenen dergelijke beslissingen beter kunnen aanvechten. Dit betekent ook dat de rol van dergelijke rekenmodellen altijd adviserend is; een (rechts-)persoon zal altijd de uiteindelijke beslissing moeten maken en daarvoor verantwoordelijk zijn.
5.4.4. Handhaving en toezicht
Om de bescherming van digitale burgerrechten te waarborgen dient toezicht gecentraliseerd en verstevigd te worden. Toezichthouders krijgen het budget en het mandaat om proactief algoritmes in de publieke sector te toetsen op impliciete of expliciete discriminatie, onderzoek te starten naar de verwerking van persoonsgegevens, of hierop te toetsen bij vergunningverlening.
Verschillende nationale toezichthouders die grotendeels op hetzelfde gebied opereren moeten worden samengevoegd om de versplintering van toezicht te verminderen, en toezicht op grensoverschrijdende diensten in de Europese digitale interne markt wordt bij een Europese toezichthouder neergelegd.
5.4.5. Responsible disclosure
Een belangrijke component in het digitaal beveiligen van Nederland is responsible disclosure. Dat is het concept dat een goedwillende hacker zonder vrees voor vervolging een gevonden lek kan melden bij de kwetsbare organisatie. De wetgever, het Openbaar Ministerie en het Nederlandse bedrijfsleven dienen zich uit te spreken vóór deze ontwikkeling door duidelijke grenzen te stellen aan wat een goedbedoelende hacker zoal mag onderzoeken. Ook moet de overheid goedwillende hackers belonen voor het melden van een lek bij software van de overheid.