Kunst, Cultuur & Media
In een vrije en open samenleving bloeit de kunst- en cultuursector en wordt iedereen goed en open geïnformeerd. De Jonge Democraten vinden dat kunst en cultuur zowel intrinsiek als economisch waardevol kunnen zijn voor de samenleving. Kunst en cultuur kunnen mensen informeren, aan het denken zetten, anders naar dingen laten kijken of simpelweg ontroeren. Daarnaast dragen zij bij aan een prettige leefomgeving, een gunstig vestigingsklimaat en stimuleren ze toerisme. Vanwege de intrinsieke waarde en omdat het economische voordeel van een bloeiende cultuursector niet altijd direct zichtbaar is, vinden de Jonge Democraten dat de overheid een rol heeft in het faciliteren en stimuleren van kunst en cultuur.
De kunst- en cultuursector is zowel divers als een coherent geheel. Interactie tussen kunst- en cultuursector en overheid is belangrijk. De overheid moet terughoudend zijn in het stellen van kaders. Daarnaast dient de overheid in samenwerking met de kunst- en cultuursector te streven naar toegankelijkheid, diversiteit, innovatie en kwaliteit. De overheid heeft hierin een faciliterende rol en de sector een inhoudelijke rol. Creativiteit en innovatie worden vooral gestimuleerd wanneer het proces vrijgelaten wordt.
Binnen het medialandschap heeft de overheid een belangrijke rol in het open, onafhankelijk, divers en transparant houden van de media. Voorlichting en onderwijs zijn hierbij van cruciaal belang, zodat iedereen de informatiemaatschappij op waarde kan inschatten.
6.1. Financiering
De overheid moet kritisch bekijken hoe zij een diverse, innovatieve en kwalitatieve sector mede kan financieren en vormgeven. Voor nieuwe initiatieven, innovatieve ideeën en vernieuwende projecten moeten kansen geboden worden. Volgens de Jonge Democraten is kwaliteitsbepaling geen overheidstaak, daarom dienen de criteria waarop subsidieaanvragen getoetst worden, door een onafhankelijk adviesorgaan opgesteld te worden. In dit adviesorgaan zitten zowel leken als mensen met een achtergrond in de kunst- en cultuursector.
Om een kwalitatief goed cultureel aanbod te behouden, is het soms nodig instellingen of groepen direct te subsidiëren, om zo internationaal aanzien, expertise of economisch gewin op andere terreinen te behouden. Subsidie moet worden verdiend en mag geen uitganspunt van een instelling zijn. Er moet steeds gekeken worden naar andere duurzame manieren van financiering, zoals private financiering of crowdfunding.
De Jonge Democraten geloven in een terughoudende rol van de overheid als het gaat om culturele projecten. De Jonge Democraten streven naar een beleid waarin de kunst- en cultuursector in eerste instantie private financiering zoekt en waar de overheid inspringt als dit aantoonbaar noodzakelijk is. De Jonge Democraten zien graag crowdfunding en private investeringen als het gaat om kunst en cultuur op projectbasis.
Daarnaast willen de Jonge Democraten dat de overheid nieuwe vormen van financiering initieert. Te denken valt aan aantrekkelijke leningen voor beginnende kunstenaars en de uitgifte van tenders voor nieuwe projecten, waarbij opdrachten worden uitgeschreven waarop iedere kunstenaar vrij kan reageren. Ook belastingvrij schenken voor private investeerders zien de Jonge Democraten als een potentiële financieringsvorm.
6.2. Kunstenaars
De Jonge Democraten geloven in een ondernemende mentaliteit bij kunstenaars. Het creëren van draagvlak en het binden van publiek kunnen een kunstenaar ook inhoudelijk versterken. Dit moet echter niet ten koste gaan van de kunstenaar met een klein publiek. De Jonge Democraten spreken zich uit voor kunstopleidingen waarop studenten breed geschoold worden. Studenten leren daar niet alleen de technische aspecten van het kunstenaarsvak, maar krijgen ook college in cultureel ondernemerschap.
Kunstenaarschap levert niet altijd direct genoeg geld op om volledig rond te komen. Daarom is het vaak nodig om naast het werk als kunstenaar ander werk te doen. De Jonge Democraten staan hier niet negatief tegenover. De overheid dient echter wel de infrastructuur voor (beginnend) kunstenaars mede te financieren. Hierbij valt te denken aan het ondersteunen van initiatieven voor de realisatie van voldoende atelierruimte en expositieruimte. Hierbij is bestaande leegstand goed te gebruiken. Zo biedt de overheid een opstap naar professioneel kunstenaarschap.
De Jonge Democraten zien kansen in de samenwerking tussen de wetenschap en de kunst- en cultuursector. Uitwisseling van verschillende visies en denkwijzen, maakt nieuwe perspectieven op maatschappelijke vraagstukken mogelijk. Ook bevorderen experimenten tussen de verschillende disciplines innovatie. Kunstenaars kunnen op deze manier ook op terreinen buiten hun eigen sector van meerwaarde zijn.
6.3. Culturele instellingen
In Nederland bepalen de culturele instellingen in grote mate het aanbod. De Jonge Democraten zijn voorstander van samenwerking, en in sommige gevallen fusering, tussen instellingen. Op deze manier kan een hoogwaardig, divers en kwalitatief beter aanbod ontstaan of behouden blijven. Daarnaast blijft de sector financieel gezond en is er voldoende kennisoverdracht. Bureaucratie moet zo veel mogelijk vermeden worden.
Instellingen in verschillende delen van het land moeten inzien dat ze elkaar kunnen versterken en niet alleen met elkaar concurreren. De reikwijdte van een culturele instelling moet steeds weer opnieuw bekeken worden en instellingen moeten zoveel mogelijk verspreid worden om extreme centralisatie tegen te gaan. Daarnaast zijn de Jonge Democraten van mening dat het overheidsgeld voor kunst en cultuur primair in kunst en cultuur zelf gestoken dient te worden en niet in grote prestigeprojecten. Initiatieven en ideeën moeten vooral vanuit de sector – idealiter in samenwerking met private financiers – komen en de overheid moet een faciliterende rol op zich nemen.
Een instelling die haar publiek niet kan bereiken heeft geen bestaansrecht. Daarom is het van belang dat culturele instellingen toegankelijk en bereikbaar zijn. Iedereen moet in aanraking met kunst en cultuur kunnen komen. De Jonge Democraten vinden daarom dat de verdere ontwikkeling van regionale kortingskaarten voor kunst en cultuur bevorderd moet worden. Deze regiokaarten worden goedkoop aangeboden aan mindervermogenden en bovendien breder maatschappelijk ingezet. Daarnaast vinden de Jonge Democraten het van belang dat het aanbieden van groepskortingen wordt aangemoedigd. Zo wordt het voor scholen, verenigingen en andere groepen mensen voordeliger en aantrekkelijker om een culturele instelling te bezoeken.
6.4. Internationaal
De wereld verandert snel en wordt gevoelsmatig steeds kleiner. Cultureel verschil tussen landen, werelddelen en volken is hierdoor steeds duidelijker. De Jonge Democraten staan zeer positief tegenover diversiteit en vinden dat dit de wereld verrijkt. Wanneer verschillen en overeenkomsten bekend zijn, vindt acceptatie en samenwerking eenvoudiger plaats. Het leren kennen van en verdiepen in andere culturen zien de Jonge Democraten als waardevol en belangrijk, onder meer omdat het onze eigen cultuur in perspectief plaatst.
De kunst- en cultuursector moet ook over de grenzen heen kijken. Door internationale samenwerking en door uitruil van kennis, ervaring en collecties kan de sector leren van andere delen van de wereld. De samenwerking op Europees en mondiaal niveau kan worden versterkt door kunst en cultuur. Een oriëntatie op het buitenland kan zorgen voor culturele kruisbestuiving en een aantrekkelijk vestigingsklimaat.
6.5. Educatie
6.5.1. Lager en middelbaar onderwijs
Nederland is een samenleving waarin meerdere culturen leven. In het onderwijs moet hier daarom ook aandacht aan besteed worden. Een vroege aanraking met de verschillende cultuurgebieden in de wereld is voor het begrijpen van de diversiteit van groot belang.
Kunst- en cultuureducatie zorgt voor ontplooiing, ontdekking en talentontwikkeling. De Jonge Democraten vinden dat iedereen in aanraking met kunst en cultuur moet kunnen komen. Hierom is het belangrijk dat in het onderwijs voldoende aandacht aan kunst en cultuur gegeven wordt. Muzieklessen, dans, theaterlessen, beeldende vorming en les over cultureel erfgoed zijn van grote waarde. Door samenwerking tussen docent en de sector, en overleg over inhoudelijke aspecten van vakken kan zo goed en kwalitatief onderwijs aangeboden worden.
De Jonge Democraten zijn groot voorstander van culturele jongereninitiatieven zoals cultuurkaarten en ondersteunen hierbij ook nieuwe initiatieven die jongeren in aanraking met kunst en cultuur brengen. Budgetten die een hoogwaardig kunst- en cultuuraanbod op scholen mogelijk maken, moeten blijven bestaan. Daarnaast moet culturele en kunstzinnige vorming onderdeel blijven van het curriculum van alle middelbare scholen en dienen culturele excursies gestimuleerd te worden. Zo krijgen jongeren de kans om de kunst- en cultuurwereld te ontdekken en er meer over te leren.
6.5.2. Buitenschoolse educatie
Naast het onderwijs op scholen dient er ook voldoende bereikbare buitenschoolse kunst- en cultuureducatie te zijn. De Jonge Democraten vinden daarom een goede verspreide infrastructuur voor de kunst- en cultuureducatie belangrijk. De overheid dient daarom een multifunctionele infrastructuur te verzorgen, eventueel in samenwerking met horecagelegenheden of bedrijven.
6.5.3. Hoger en beroepsonderwijs
Het hoger onderwijs en beroepsonderwijs kennen talloze goede kunstvakopleidingen, die hun studenten ambitieus en vakinhoudelijk sterk opleiden. Deze opleidingen zijn belangrijk, daar studenten hun talenten ontplooien en voor de instroom in de kunst- en cultuursector klaargestoomd worden. Helaas blijkt in de praktijk vaak dat succesvolle betreding van dat gedeelte van de arbeidsmarkt vaak moeilijk is.
Daarom pleiten de Jonge Democraten voor de versterking van theoretische vorming en zakelijke vaardigheden binnen deze opleidingen. Afgestudeerden kunnen zo goed geïnformeerd en vakinhoudelijk goed geschoold de arbeidsmarkt betreden. Het introduceren van studenten in het brede netwerk van de opleiding is belangrijk, omdat de student zo zelf ook een netwerk opbouwt. De verbinding van docenten met de beroepspraktijk is essentieel.
De Jonge Democraten zijn daarnaast voorstander van een herijking binnen het mbo- en hbo-kunstvakscholenaanbod. Opleidingen in Nederland zullen verschillende profielen moeten hebben en inzetten op creativiteit en innovatie van de kunst- en cultuursector. De Jonge Democraten vinden het kunstvakonderwijs van groot belang, maar vinden dat er kritisch gekeken mag worden naar het aantal door de overheid gefinancierde opleidingen. Daarnaast dienen kunstvakopleidingen, net als andere onderwijsinstellingen in Nederland, de studenten goed te informeren over de carrièreperspectieven.
6.6. Cultureel erfgoed en archeologie
De Jonge Democraten vinden de zorg voor cultureel erfgoed en archeologie erg belangrijk, omdat ze ons land identiteit geven en sociale samenhang bevorderen. Het belang van het bewustzijn van cultuurhistorische potenties en de geschiedkundige waarden van erfgoed worden nogal eens onderschat. De Jonge Democraten zijn voorstander van het onderbrengen van cultureel erfgoed en archeologie als onderdeel van het beleid rond het woon- en vestigingsklimaat. Daarnaast zijn de Jonge Democraten van mening dat voor langdurig leegstaande monumentale panden herbestemming gevonden moet worden, zodat ze een functie behouden en onderhouden worden. Een duurzame samenleving draagt de unieke waarden van erfgoed uit. De Jonge Democraten vinden het daarom belangrijk dat de uitgavepost voor erfgoed stabiel is, zodat erfgoed behouden wordt. Wel vinden de Jonge Democraten het van belang dat er kritische eisen worden gesteld aan welke zaken de status van monument of erfgoed krijgen. Er moet sprake zijn van een duidelijke historische waarde die verloren dreigt te gaan bij het verdwijnen van een specifiek object. Zo blijft er ook ruimte over voor vernieuwing.
6.7. Media
6.7.1. Het belang van media in een democratische samenleving
Het verkrijgen en verspreiden van informatie is van fundamenteel belang voor het functioneren van de democratische samenleving. Burgers hebben betrouwbare informatie nodig om in staat te zijn een standpunt te bepalen in het maatschappelijke debat, een volksvertegenwoordiger te kiezen en de overheid ter verantwoording te roepen. Journalisten hebben traditioneel een belangrijke rol bij het verspreiden, interpreteren en analyseren van informatie en het aanzwengelen van het maatschappelijk debat. Voor de lokale democratie is het functioneren van de regionale media van groot belang. Financiering vanuit de nationale overheid dient voldoende te zijn om een kwalitatief sterke regionale nieuwsvoorziening op peil te houden. Dankzij de opkomst van sociale media heeft tegenwoordig iedereen de mogelijkheid om deze rol te vervullen. Daarom juichen de Jonge Democraten het toe dat burgers sociale media gebruiken om hun mening te uiten over maatschappelijke kwesties. Desondanks zien de Jonge Democraten uitdagingen in dit nieuwe, complexe medialandschap. De toon van het debat kan hard en ongenuanceerd zijn. Dit kan individuen schaden en groepen in de samenleving uit elkaar drijven. Er ligt een taak voor politici en beleidsmakers om boven de waan van de dag uit te stijgen als zij zich begeven in het medialandschap. De Jonge Democraten vinden het belangrijk dat mensen beter worden geïnformeerd over de werkwijze en potentiële gevaren van (sociale) media. Meer onderwijs en voorlichting over het duiden en interpreteren van verschillende media zijn cruciaal om deze op waarde te schatten.
6.7.2. Toezicht op media
De Jonge Democraten vinden het niet aan de overheid om te bepalen wat de inhoud is van informatie die door media wordt verspreid. Media moeten immers onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. De Jonge Democraten zijn dan ook geen voorstanders van een door de overheid gecontroleerde mediacommissie die media beoordeelt op waarheidsgehalte of betrouwbaarheid. Zij zien meer in initiatieven uit de beroepsgroep om tot zelfregulering over te gaan. Het preventief verwijderen van mogelijk onjuiste berichtgeving zonder controle moet echter zoveel mogelijk worden tegengegaan. Online mediaplatforms hebben de verantwoordelijkheid om evident onjuiste of schadelijke informatie zo spoedig mogellijk als zodanig te oormerken. De Jonge Democraten vinden dat platforms preventieve maatregelen moeten nemen door actief naar deze informatie te zoeken, maar ook procedures moeten hebben waardoor gebruikers dergelijke informatie kunnen aangeven.
6.7.3. Nederlandse Publieke Media
Gelet op het belang van informatie voor onze democratie vinden de Jonge Democraten dat de overheid bepaalde media moet faciliteren. De Jonge Democraten zijn een voorstander van kwalitatieve en taakgerichte publieke media gericht op nieuwsvoorziening, cultuur en educatie, opinie en debat, sport en onderzoeksjournalistiek. De publieke media moeten hiertoe ook durven te opereren op terreinen die minder aantrekkelijk zijn voor commerciële partijen. Het streven naar hoge kijk- en luistercijfers of ‘views’ dient dan ook niet van doorslaggevende invloed te zijn. Mediaconsumenten moeten zich in het publieke media-aanbod herkennen en vertegenwoordigd voelen. Alle publieke media dienen daarom ook goed toegankelijk te zijn voor mensen die slechtziend of slechthorend zijn. De publieke media hebben oog voor nieuwe ontwikkelingen in de samenleving en moeten ruimte bieden voor nieuw talent. De nadruk moet daarom verlegd worden van traditionele media, zoals televisie en radio, naar een meer integrale visie waarbij ook online mogelijkheden optimaal benut worden. Hierbij verwachten de Jonge Democraten dat media, gemaakt met publieke gelden, online beschikbaar blijven, zolang de uitzendrechten dat toestaan.